Turkse Angora

De Turkse Angora (Turks: Ankara Kedisi, ‘Ankara kat’) is een van de oudste, natuurlijke rassen van de kat. De oorsprong ligt in centraal Turkije, in de regio Ankara (van oudsher bekend als Angora). Het ras is al in de jaren 1600 gedocumenteerd en wordt beschouwd als de oorsprong van de mutaties voor zowel de kleur wit (het dominante witte gen is in werkelijkheid de afwezigheid van kleur) en lang haar. Het ras wordt ook wel aangeduid als gewoon de Angora of Ankara kat, en in sommige verouderde literatuur als de Angola.

Fysieke kenmerken

Turkse Angora katten hebben een zijdeachtige staart met een middellange vacht. Ze hebben geen ondervacht en hebben een evenwichtig lichaamstype. Ze zijn zeer atletisch en zullen op zoek gaan naar hoger gelegen grond, zoals kasten, rekken of andere locaties die een goede uitvalsbasis bieden om de omgeving te observeren.
Hoewel ze bekend staan om hun glanzende witte vacht zijn er op dit moment meer dan twintig variëteiten waaronder zwart, blauw en rood. Ogen kunnen blauw, groen, oranje, of zelfs odd-eyed (een blauw en een oranje of groen) zijn. De ogen zijn amandelvormig. De oren zijn puntig, groot en staan ver uit elkaar. Kenmerkend is de pluimstaart, die vaak staand gedragen wordt, loodrecht op de rug.

Karakter

Turkse Angora katten zijn zeer actief, intelligent en betrokken. Ze hechten zich aan mensen, maar de kat zal vaak een bepaald lid van de familie selecteren om hun constante metgezel zijn. Zij streven naar het ‘nuttig’ zijn op welke manier dan ook. Hun intelligentie is soms opmerkelijk, met basis probleemoplossende vaardigheden. Ze zijn makkelijk te trainen, zowel vanwege hun intelligentie alsook hun verlangen om te communiceren met mensen.
De Turkse Angora heeft een tomeloze energie. Het is een ras die vaak op zoek gaat naar de hoogtes in het huis, inclusief toppen van deuren, boekenkasten en andere meubels. Ze kunnen het goed vinden in huizen met andere dieren, kinderen, en veel activiteit.

Geschiedenis

Net als alle andere huiskatten stammen de Turkse Angora’s af van de Afrikaanse wilde kat (Felis silvestris lybica). Katten uit Oost bergachtige gebieden van de vroege Anatolië en door inteelt en natuurlijke selectie hebben zich ontwikkeld tot langharige rassen zoals de Turkse Van en de Turkse Angora. Langharige katten werden geïmporteerd naar Groot-Brittannië en Frankrijk vanuit Klein-Azië, Perzië en Rusland al vanaf de late 16e eeuw. Al zijn er zelfs aanwijzingen dat ze reeds verschenen in Europa in de 14e eeuw als gevolg van de kruistochten. De Turkse Angora is gebruikt om de vacht van de Perzen te verbeteren. De Turkse Angora werd al in de 17de eeuw als apart ras erkend in Europa.
In het begin van de 20e eeuw begon de Turkse regering in samenwerking met de dierentuin van Ankara een zorgvuldige fokprogramma om de Turkse Angora te beschermen en te behouden. De zuiver witte kat wordt beschouwd als een nationale schat.

Gezondheidsoverwegingen

Het W-gen dat verantwoordelijk is voor de witte vacht en blauwe ogen is nauw verwant aan het gehoor. De aanwezigheid van een blauw oog kan er op wijzen dat de kat doof is aan de kant van de blauwe oog, met een aantal katten volkomen doof als deze twee blauwe ogen heeft. Echter, een groot aantal blauwe en odd-eyed witte katten hebben een normaal gehoor, en zelfs dove katten leiden een heel normaal leven als ze binnenshuis gehouden worden.
Sommige Turkse Angora kittens last hebben van erfelijke ataxie, een zeldzame aandoening die wordt verondersteld te worden overgenomen als autosomaal recessief. De kittens hebben last van onophoudelijk schudden en halen hun volwassen leven niet.
Een andere zeldzame genetische aandoening, maar waarvan bekend is dat deze in het ras zit, is hypertrofische cardiomyopathie (HCM). Dit is een cardiale aandoening die zich meestal openbaart tussen de leeftijd van 2 – 6 jaar. Katers worden vaker en zwaarder getroffen dan poezen. In de Maine Coon, is HCM gelinkt aan een autosomaal dominant gen en onderzoekers werken er aan om de markers te identificeren voor deze ziekte. Echter, in de Turkse Angora is de ziekte nog niet uitvoerig onderzocht wat vooral komt door de zeldzaamheid.