Oosters korthaar

De Oosters Korthaar is dezelfde soort kat als de siamees. Het enige verschil met de Siamees is dat zij niet het partiële albinisme gen toont dat de pigmentatie gevoelig maakt voor temperatuur en kleurverdeling concentreert op de extremiteiten van het lichaam. Daardoor heeft de Oosters korthaar een vacht die qua kleurslag en patroon wel compleet verdeeld is over het lichaam.
Het ras is ontstaan in de jaren vijftig toen fokkers van Siamezen deze kruisten met enkele slanke huiskatten met als doel een variëteit te verkrijgen die totaal gekleurd was. Momenteel komen alle mogelijke kleurslagen en patronen voor in het ras en is de fokpraktijk en tentoonstellingsindeling gezamenlijk in 1 rasgroep voor Siamees en Oosters. Er bestaat ook een langharige variant, de Oosters. Het karakter en uiterlijk komt overeen met dat van het moederras, de Siamees.

Omschrijving

De Oosters korthaar heeft een slank lijf met lange ledematen en kleine voeten. De kop is wigvormig met een rechtlijnig profiel. De ogen zijn amandelvormig en staan wijd uit elkaar. De ogen kunnen diverse kleuren hebben. De vacht is kortharig in vele kleuren komen voor in het ras. Het ras heeft een lief maar bezitterig karakter en is zeer babbelziek.

Ocicat

De ocicat is een ras wat door de mens bewust gefokt is. Een Amerikaanse kattenfokker uit Michigan (VS) wilde een Siamees fokken met de aftekening van de Abessijn in de extremiteiten (getickt tabby) en kruiste daarvoor een siamees met een abessijn. Een van de nakomelingen werd gekruist met een andere siamees en zo ontstond een tabbypoint siamees. Een van de kittens had echter geen points maar was ivoorkleurig en met goudkleurige vlekken. Dat was de eerste ocicat. De naam Ocicat is afkomstig van de wilde ocelot. Andere fokkers vonden dit een mooi fenotype en namen deel aan het fokprogramma. In de jaren ’60 werd het ras erkend, maar pas in 1987 kreeg het kampioenstatus en in 1998 werd de ocicat in Europa pas erkend.

Uiterlijk

De ocicat heeft een lang lijf, middellange poten en een lange taps toelopende staart. Op de staart zitten ringen, op de rest van het lichaam heeft de Ocicat de kenmerkende vlekjes. Het uiteinde van de staart geeft de donkerste kleur in de vacht aan. De kat heeft een vrij ronde kop met puntige oren en een prominente voorsnoet. De lichtste vachtkleur bevind zich op de kop. Boven de ogen vormt zicht een tabby patroon. Er zijn 12 erkende kleurvarianten van de Ocicat: zwartgevlekt, chocolategevlekt, cinnamongevlekt, blauwgevlekt, lilacgevlekt en fawngevlekt. Deze varianten zijn ook erkend op een zilverwitte ondergrond. Af en toe komt men in een nest nog een gemarmerd of effen gekleurd kitten tegen.

Raskenmerken

De Ocicat heeft een korte, dichte vacht. De vacht is glad en satijnachtig en glanst.De ogen zijn groot en staan schuingeplaatst. De vorm van de ogen is amandelvormig en de ogen mogen alle kleuren hebben behalve blauw. De kat heeft een eenvoudig te verzorgen vacht, regelmatig borstelen is voldoende. De Ocicat heeft een aanhankelijk, extravert karakter en is een actieve kat.

Noorse boskat

De Noorse boskat is een zeer oud kattenras. Het is het oorspronkelijke fenotype van de huiskat zoals deze voorkomt in Noorwegen, het oorspronkelijke gebied van de kat, zonder dat de mens zich aanvankelijk met de rasontwikkeling bemoeid heeft.

Geschiedenis

Het gen voor langhaar l komt van nature voor bij de huiskat (Felis catus) en manifesteert zich meer in koude gebieden waar het klimatologisch gezien handig is om een langere vacht te hebben zoals in Noorwegen het geval is. Al ruim voor de tijd van de Vikingen waren er katten in Noorwegen aanwezig en werden deze gehouden als huisdier in en rondom de boerderijen. Een deel hiervan zal langharig zijn geweest.
In de jaren dertig van de vorige eeuw werd de Noorse boskat voor het eerst op een kattententoonstelling tentoongesteld. Dit gebeurde in Noorwegen, op dat moment nog in de huiskattenklasse. Liefhebbers van deze mooie kat waren bang dat het ras zou uitsterven als er geen gericht fokprogramma werd opgezet. De interesse voor deze kat groeide en daarmee ook de wens om de kat als ras erkend te krijgen. Men heeft er veel moeite voor moeten doen maar uiteindelijk was het zover in 1977. De Noorse boskat werd in Parijs door de overkoepelende Europese raskattenfederatie FIFé (Federation International Féline) als ras erkend.

Karakter

Noorse boskatten zijn intelligente katten en hebben een tolerant karakter. Ze zijn speels en hebben veel energie. Aan de andere kant kunnen ze ook arrogant en eigenwijs zijn. Ze verblijven graag in het gezelschap van mensen.

Uiterlijk

De Noorse boskat is een grote kat en heeft een dubbele vacht. Een dikke, wollen ondervacht en een gladde, wat vettig aanvoelende dekvacht. In het voorjaar verliest de Noorse boskat veel haar waardoor hij er uit kan zien als een kortharige kat. In de herfst komt de vacht weer terug en heeft de Noorse boskat weer een volle kraag en veel haar op de flanken en achterpoten. Ook de pluimstaart hult zich dan weer in een weelderige bos haar. Katers wegen gemiddeld 5 tot 8 kilo, poezen wegen gemiddeld ongeveer 3 tot 6 kilo. De Noorse Boskat heeft stevige botten en is gespierd. Het duurt gemiddeld 2 à 3 jaar voordat een Noorse boskat lichamelijk volledig is uitgegroeid.

Fokstandaard

Wereldwijd hanteren de verschillende kattenverenigingen soms ietwat van elkaar afwijkende fokstandaarden. Het is bij alle verenigingen verboden om de Noorse boskat te kruisen met een ander kattenras. Het algemene gewenste rasbeeld komt wel wereldwijd overeen. Zo hechten enkele Amerikaanse verenigingen meer waarde aan de kleurverdeling en het vachtpatroon, terwijl daar door de meeste Europese verenigingen minder op wordt gelet. Daarnaast ziet men in Europa graag een wat langer lichaam, terwijl dat in Amerika juist wat korter moet zijn. Een apart fenomeen bij dit ras is het voorkomen van de zogenaamde Amber tinten. Dit betreft een agouti dier (met een tabbypatroon) waarbij geen normale doorkleuring van de donkere pigmenten plaatsvindt, maar een roodachtige zweem over de vacht zit. Hierdoor is deze lichter en roodachtiger van tint dan bij een gewone tabby kat. Men neemt tegenwoordig aan dat dit een ingewikkeld kleurveranderingsmechanisme betreft waarbij de aanmaak van zwarte agouti verstoord raakt. Erkenning en/of acceptatie van deze epigenetische variatie wisselt per overkoepelende organisatie.

Nebelung

Op de eerste kattenshow in Crystal Palace in 1871 werden al langharige blauwe katten uit Rusland tentoongesteld welke de kenmerken van de Nebelung vertoonden. Voor vele kattenrassen is het turbulente begin van de 20ste eeuw met zijn vele oorlogen zeer moeilijk geweest. Een aantal rassen zijn daarbij in de vergetelheid geraakt, zo ook dit type blauwe kat uit Rusland. De recente geschiedenis van de Nebelung begint in Amerika, bij de katten Siegfried (geboren in 1984) en Brunhilde (geboren in 1985). Twee kittens met de uiterlijke kenmerken van de Blauwe Rus, maar met langhaar. Hun eigenaar, Cora Cobb, was zo onder de indruk van de schoonheid van deze kittens dat ze vond dat dit het begin van een nieuw ras zou kunnen zijn. Cora nam contact op met een geneticus binnen de kattenvereniging TICA (The International Cat Association). Deze geneticus, dr. Solveig Pfleuger, gaf aan dat haar kittens het beste te omschrijven zijn als een halflangharige Blauwe Rus. Ondersteund door dr. Pfleuger is Cora Cobb de rasstandaard gaan schrijven volgens de richtlijnen van de Blauwe Rus, maar met de haarlengte als verschil.

Rusland en Europa

Terwijl in de Verenigde Staten meerdere fokkers zich richten op het ontwikkelen en het showen van de Nebelung, worden in Europa en Rusland op meerdere plaatsen nesten met langharige kittens geboren uit blauwe russen. In 1993 of 1994 komt de eerste Nebelung naar Nederland toe. Deze eerste Nederlandse Nebelung is afkomstig uit Rusland. De Nederlandse “Russisch Blauw” fokster Letty van den Broeck heeft een Russisch blauw kitten geïmporteerd welke onverwacht een halflanghaar blijkt te zijn. Dit halflanghaar kitten bevestigt de mogelijke aanwezigheid van de langhaar factor in het DNA van Russisch blauw katten (de langhaar factor is recessief, dus katten kunnen deze informatie dragen zonder dat het te zien is). Bij het langzaam verdwijnen van het ijzeren gordijn en de daarmee gepaard gaande toenemende communicatie met het voormalige Oostblok blijkt dat er vaker langharige blauwe russen gevonden worden in nesten. Zo komt Cora in 1995 in contact met een dame die op een show in Moskou een Russische Nebelung heeft gezien, welke is geboren uit twee Blauwe Rus ouders. De eerste uitwisseling van Nebelungen tussen Rusland en de Verenigde Staten vindt niet veel later plaats. In het begin van de 21ste eeuw komt de fok van de Nebelung in West-Europa echt van de grond. Enkele Russische fokkers en hun geliefde katten komen naar West-Europa, waaronder enkele Russen met het langhaar gen. De langharige kittens van deze katten worden geregistreerd als Nebelungen. Met deze katten van verschillende afkomsten wordt het begin gelegd van de Europese Nebelung fok.

Vacht

De naam Nebelung is afgeleid van het Duitse woord Nebel, wat nevel betekend. Dit geeft gelijk het meest speciale kenmerk van de vacht weer. De Nebelung lijkt omhuld door een vacht van nevel, ochtenddauw. Dit bijzondere kenmerk komt doordathet pigment in de puntjes van de haren ontbreekt, dit wordt ook wel zilvertipping genoemd. De vacht van de Nebelung is middellang op het lijf en neemt toe in lengte vanaf de schouders naar de staart toe. De haren zijn het langst op de staart, net zoals bij een eekhoorn of een vos. Katers kunnen een kraag hebben, poezen hebben in mindere mate een kraag. Bevedering achter de oren in een lichtere tint blauw is gewenst. De vacht is zacht en dubbel van structuur, geschikt voor alle weersomstandigheden en waterafstotend. Het kan soms tot twee jaar duren voordat de volwassen vacht helemaal ontwikkeld is. De Nebelung is alleen in de kleur blauw erkend. De blauwe kleur loopt uiteen van licht tot midden blauw. De Nebelung is een karakteristiek en elegant kattenras, die met zijn mysterieuze verschijning zo uit een sprookje lijkt te komen. De naam Nebelung (Duits voor mistwezen) past goed bij deze kat met zijn nevelkleurige vacht.
In de rasstandaard van de TICA, de eerste vereniging die de Nebelung officieel erkende, is de volgende beknopte rasomschrijving te vinden. Het doel van het fokprogramma van de Nebelung is het fokken van een blauwe kat met het zelfde type als katten die in de negentiende en vroeg twintigste eeuwen ingevoerd waren uit Rusland en dit type te combineren met een dikke glanzende vacht middellange vacht. Het lichaam en de staart zijn lang, de oren groot in verhouding tot het hoofd en de ogen hebben een geelachtig groene tot groene kleur. De Nebelung is middelgroot en heeft een goed gespierd lichaam. De vacht is middellang op het lichaam, langer op de staart en de haren hebben bij voorkeur een tipping. De algemene verschijning van de kat is: lang, stevig en goed gespierd.

Karakter

De Nebelung is een vrolijke, speelse, aanhankelijke, zachtaardige en intelligente kat. De kat kan prima binnen leven, ondanks dat het een actieve kat is. De Nebelung is gericht op zijn eigen gezin en terughoudend tegenover vreemden. Het is wel een kat die graag gezelschap heeft van de mens of van een soortgenoot.

Munchkin

De munchkin is een kattenras dat bekend staat om zijn zeer korte poten. De korte poten worden veroorzaakt door een achondroplastische dwergmutatie.

Geschiedenis

De erfelijke afwijking komt bij vele zoogdieren incidenteel spontaan voor. Het eerste exemplaar van deze kat met de afwijking werd pas in 1991 tentoongesteld tijdens een kattententoonstelling in Madison Square Garden. Dit betrof een poes met de naam BlackBerry, die een nestje kreeg met verschillende kortpotige kittens. De naam munchkin is vernoemd naar de dwergen uit het verhaal De tovenaar van Oz.

Uiterlijk

De kat heeft het uiterlijk van de huiskat, op zijn sterk verkorte poten na. De Munchkin komt voor in alle kleuren en patrooncombinaties in zowel langhaar als korthaar.

Erkenning

Het ras is niet erkend in Nederland en slechts door enkele kattenverenigingen in België. Veel overkoepelende organisaties op raskattengebied beschouwen deze kat als een niet gewenst fenotype. De kat kan door zijn korte poten niet goed springen waardoor de driedimensionele wereld waarin het kattengedrag zich afspeelt verstoord wordt. De bewegingsmogelijkheden van de kat zijn beperkt door de onmogelijkheid om goed te springen en te rennen.

Erfelijkheid

De kortpotigheid wordt veroorzaakt door achondroplasie, een veel voorkomdende erfelijke afwijking die bij veel zoogdieren incidenteel voorkomt. Dit is een autosomaal dominant verervende groeistoornis waarbij de kraakbeenvorming in het proces van de lengtegroei van de botten gestoord is. Hierbij zijn de ledematen, armen en benen, ernstig verkort maar heeft de romp wel een normale lengte. Bij de kat is er tevens sprake van homozygote letaliteit, dat wil zeggen dat dieren met twee exemplaren van het defecte gen geen overlevingskans hebben.

Manx

De Manx is een eeuwenoud katten ras wat op natuurlijke manier tot stand gekomen is. Het ras vindt zijn oorsprong op het Britse eiland Man. Manx is de genitief van het woord Man en betekent dus ‘afkomstig van Man’.

Herkomst

De Manx heeft als wetenschappelijke naam Felis catus anura (manxkat). De kat is al vele eeuwen de huiskat op het eiland Man. Kenmerkende eigenschap van de Manx is het geheel of gedeeltelijk missen van de staart, wat veroorzaakt wordt door een autosomaal dominant verervende eigenschap. De kat wordt daar al eeuwen als huisdier en muizenvanger gehouden.

Uiterlijk

De Manx is een stevige, middelgrote en gespierde kat en komt voor in traditionele huiskattenkleuren en -patronen. Hiermee lijkt het lichaamstype het meest op dat van de oorspronkelijke West-Europese boeren- en huiskat. Er worden vijf staartlengtes onderscheiden: geen staart (rumpy), een tot drie heiligbeenwervels (rumpy-riser), kort stompstaartje (stumpy), korte incomplete staart (longy) en een volledige staart (tailed). De wijze van vererving is autosomaal dominant met een variabele expressie. Het is vooraf niet te voorspellen hoeveel staartwervels ontbreken ongeacht de staart van de ouderdieren, welke staartlengte ze ook hebben, een stompstaart tot het compleet missen ervan. Ondanks het deels tot compleet ontbreken van de staart hebben de katten geen moeite bij het houden van hun evenwicht of lopen en springen. Ze kunnen met alle gemak over een smalle schutting lopen of in bomen klimmen. Verdere lichamelijke kenmerken zijn: ronde kop, dikke dubbele vacht, gespierde poten, langere achterpoten en een ronde oplopende ruglijn.
Het ras komt zowel in kortharige als langharige variëteit voor. De langharige variant wordt soms ook cymric genoemd maar alle overkoepelende organisaties zien tegenwoordig de manx als één ras met twee vachtlengtes. De oude naam voor de langharige variëteit is ooit bedacht door de Canadese fokker Blair Wright. Hij noemde het ras naar het Welsh woord Cymru, wat staat voor ‘Wales’ hoewel de variëteit geen enkele relatie met Wales heeft. Omdat het ras al vanouds in twee vachtlengtes voorkomt en de naam geen relatie heeft met Wales is deze in onbruik geraakt. In nestjes van twee kortharige ouderdieren komt af en toe nog wel een regulier langharig kitten voor. Alleen de Europese overkoepelende organisatie FIFe gebruikt de naam Cymric nog, maar zij beschouwt het wel als één ras.

Geschiedenis

Het ras vind zijn oorsprong op het Britse eiland Man. Man is een onafhankelijk eiland vallend onder de Britse Kroon en ligt in de Ierse zee. Hier is het ras eeuwen geleden, mogelijk als een spontane mutatie, ontstaan nadat er kittens geboren werden zonder staart of met een kort stompstaartje. Omdat deze eigenschap voor de overleving in het wild geen negatieve effecten heeft, plantten de dieren zich voort en aangezien het gen dominant vererft, verspreidde de eigenschap zich snel. De lokale bevolking heeft zich al meer dan eens verbazend uitgesproken over katten mét staart; deze waren bij hen onbekend.

Karakter

De Manx is een zachtaardige kat met een harmonieus en aanhankelijk karakter. Het zijn echte gezelschapsdieren en ze kunnen goed opschieten met andere huisdieren en kinderen. Ze hechten zich meestal aan één persoon in het gezin. De gehechtheid aan de eigenaar strekt zich ertoe uit dat deze vaak vergezeld wordt ook buiten waarbij de kat net als een hond mee gaat op de wandeling. De Manx kan geleerd worden te apporteren, bijvoorbeeld met propjes papier of een balletje. Ook kan manxkatten geleerd worden aan een tuigje te lopen. De Manx is erg speels en blijft dit tot op hoge leeftijd.

Maine Coon

De Maine Coon is een van de grootste kattenrassen. Ze worden gekenmerkt door een imposant en groot voorkomen en een rustig en stabiel karakter.

Geschiedenis

De Maine Coon komt als fenotype van de huiskat al eeuwen voor in New England,met name in Maine en de omliggende staten in het Noord Oosten van de Verenigde Staten.
Er zijn veel verhalen over de oorsprong van dit ras. Een populair broodjeaapverhaal is het verhaal dat de Maine Coon een kruising zou zijn tussen een lynx en een wasbeer.
Een ander, veel romantischer verhaal gaat over kapitein Samuel Clough uit Maine, de Franse Koningin Marie-Antoinette en haar katten. Er zijn documenten bewaard gebleven dat de kapitein tijdens de Franse Revolutie meegewerkt zou hebben aan een plan om de koningin naar de Verenigde Staten te helpen ontsnappen. Wat blijkbaar mislukt is, maar er kwamen zes koninklijke langharige katten met het schip mee naar Maine en die door sommigen worden gezien als de voorouders van de Maine Coon.
In werkelijkheid stamt de Maine Coon af van een aantal langharige huiskatten en katten die het gen voor langhaar droegen en die al vroeg door kolonisten uit Europa naar Amerika werden meegenomen. Het klimaat met vaak koude winters geeft het langharige fenotype daar een voordeel zodat er relatief veel langharige dieren in de huiskattenpopulatie voorkomen.

Uiterlijk

De Maine Coon is een grote kat met een halflangharige vacht. De kat heeft een stevig skelet en een lange volle staart. Op latere leeftijd kan het ras vooral in de winter een imposante kraag rondom de kop en een langere beharing op de achterkant van de achterpoten ontwikkelen. Veel dieren bezitten ook de recessieve eigenschap voor oorpluimpjes, iets dat door vele liefhebbers gewaardeerd wordt. Maine Coons zijn seksueel actief vanaf een maand of zes maar ze zijn pas volledig lichamelijk uitgegroeid na ongeveer vier jaar. De kat weegt dan gemiddeld tussen de 5 en 9 kilo voor katers, poezen wegen ongeveer 4 tot 6 kilo.

Karakter

De Maine Coon is een rustige maar energieke kat met een goed sociaal besef naar andere huisdieren en mensen toe. Het humeur is over het algemeen vrij evenwichtig en stabiel. De kat is speels en tolerant. Het zijn aanhankelijke katten die niet goed als enige kat in een huishouden gehouden kunnen worden. De kat beschouwt zich als onderdeel van het gezin en is altijd van een kleine afstand betrokken bij wat er gebeurt in huis. Het zijn geen echte schootkatten en de meeste liggen liever naast of in de buurt van de eigenaar. Het stemgeluid is gematigd en ze zijn niet bijzonder vocaal.

Gezondheid

Door zijn formaat is het ras mogelijk gevoeliger dan andere rassen voor patellaluxatie en heupdysplasie. Verantwoorde fokkers laten dan ook hun fokdieren via onderzoek nakijken of respectievelijk de knieschijf een goede groef heeft en goed aangehecht is en de heupkom goed gevormd. Ook komt bij het ras een autosomaal dominante vorm van hartfalen voor, hypertrofische cardiomyopathie (HCM). Voor een tweede erfelijke afwijking, cystenieren (PKD) laat men een echografisch onderzoek verrichten. Fokkers laten dus hun dieren zowel op PKD en HCM testen bij een erkende veterinaire radioloog (Nederland) of veterinaire cardioloog (België).

LaPerm

De LaPerm is een kattenras dat afkomstig is uit The Dalles in de staat Oregon, USA. Het ras kenmerkt zich door de gekrulde vacht en wordt tot de groep rex katten gerekend. Het ras kent zowel een langharige als kortharige variant.

Geschiedenis

In 1982 zag een nest kittens het licht op de kersenboerderij van Linda Koehl in The Dalles. Een van die kittens was kaal bij de geboorte. Bij het opgroeien van dit kitten kreeg het een gekrulde, zachte vacht. Ze was het enige kitten in het nest met deze soort vacht. De kitten kreeg de naam Curly mee. Na verloop van tijd kreeg Curly zelf ook weer kittens, welke ook allemaal krullen bleken te hebben. Zowel Curly als haar nakomelingen liepen vrij rond op de boerderij en de voortplanting verliep de eerste jaren zonder enige sturing. Pas na tien jaar wist men Linda, de eigenaresse van de inmiddels ontstane kolonie gekrulde katten over te halen om een gericht fokprogramma op te stellen. Aanvankelijk wilde men het ras ‘Oregon Rex‘ noemen, maar deze naam bestond al voor een ras. Uiteindelijk werd gekozen voor de naam ‘Dalles LaPerm’, wat later afgekort werd tot gewoon ‘LaPerm’.

Vacht

Een van de belangrijkste kenmerken van de LaPerm is de krullende of golvende vacht. De vacht kan variëren van een gegolfde vacht tot geringde krullen, kort en lang. De vacht is vrij zacht van textuur, echter elke vacht is uniek.
Sommige kittens worden nog steeds kaal geboren, maar de meeste kittens hebben kort, gegolfd haar bij de geboorte. Na twee weken worden de meeste kittens geheel kaal, de eerste vier maanden van hun jonge leven worden gekenmerkt door verschillende stadia van kaalheid. De vacht groeit vanzelf weer aan, maar de katten kunnen deze vaker dan een keer verliezen. Volwassen LaPerms hebben een dikke maar toch luchtig aandoende vacht. Het gen dat de krullen bij de LaPerm veroorzaakt vererft dominant. De LaPerms die tweemaal het gen voor de gekrulde vacht dragen zijn fokzuiver. De LaPerms die slechts éénmaal dit gen dragen kunnen ook gladharige nakomelingen krijgen in een nest. Aan het uiterlijk van de LaPerm is niet te zien of de kat fokzuiver is of niet. Bij verschillende verenigingen mag nog tot 2010 of 2015 uitgekruist worden met andere rassen. Door dit inkruisen van andere rassen zullen er nog regelmatig gladharige kittens geboren worden in nesten van LePerms. De verschillende vachten bij de geboorte van de kittens worden aangeduid met de Engelse afkorting in de naam. Het meest populair/gewild is de gekrulde vacht, de afkorting hiervoor is BC (Born Curly). De kittens die kaal worden geboren krijgen de afkorting BB (Born Bald). Als de haren geen krullen hebben wordt de afkorting BS (Born Straight) gebruikt. De vacht van beide varianten lang- en korthaar kan in lengte en dikte variëren, afhankelijk van het seizoen en de leeftijd van de kat. Zowel de katers als de poezen van de langhaar variëteit kunnen een volle kraag krijgen als ze volwassen zijn. Gecastreerde dieren hebben vaak een vollere, dikkere vacht dan niet-gecastreerde dieren. Sommige poezen kunnen onder invloed van hormonen (bijvoorbeeld tijdens krolsheid en zwangerschap) veel haar verliezen.

Type

De LaPerm heeft een enigszins driehoekig hoofd met breed geplaatste oren en volle snorhaarkussens en grote, expressieve ogen. Ze hebben een imposante set snorharen die volledig gekruld zijn. De kat heeft een gematigd Oosterse bouw, de achterpoten zij meestal iets langer dan de voorpoten. Langharige katten hebben pluimen in en achter de oren en een dikke, volle staart. Kortharige katten hebben een staart die nog het meest weg heeft van een flessenborstel met ruwe, uitstaande haren.
De katers wegen tussen de 3 en 5 kilo, poezen hebben een gewicht 2,5 en 4 kilo. De kittens zijn kleiner dan gemiddeld bij de geboorte en het duurt langer voordat ze hun volwassen formaat bereikt hebben.

Verzorging

Het ras behoeft niet veel onderhoud. De vacht van de LaPerm klit niet snel. De krullen houden het haar vast zoals van een poedel, zodat het ras ook weinig losse haren achterlaat tijdens de rui. Af en toe een bad en afdrogen met een handdoek is voldoende om de krul goed te houden.

Karakter

LaPerms zijn goede jagers en erg gesteld op menselijk gezelschap.

Korat

De Korat is een leisteen blauw-grijs kortharig ras met een kleine tot middelgrote bouw en een laag percentage lichaamsvet. Hun lichamen zijn semi-gedrongen en verrassend zwaar voor hun grootte. Het zijn intelligente, speelse en actieve katten en ze vormen sterke banden met mensen. De Korat is een natuurlijk ras en is een van de oudste stabiele kattenrassen. Van oorsprong komt het ras uit Thailand, het is vernoemd naar de provincie Nakhon Ratchasima, welke in de volksmond Korat heet.
De eerste vermelding van de Korat is in ‘The Cat-Book Poems’, geschreven tussen 1350 en 1767 na Christus in Thailand. Dit boek bevindt zich nu in de nationale bibliotheek in Bangkok. De illustratie van de Korat in dit boek is echter niet gedetailleerd genoeg om zeker te zijn dat dit het afgebeelde ras is. In de afgelopen jaren stond de Korat op postzegels in Thailand

De Korat verscheen voor het eerst in Groot-Brittannië onder de naam ‘Blue Siamese’ in 1889 en 1896, maar aangezien deze stevige blauwe katten niet voldeden aan de keurmeesters perceptie van een Siamese kat verdwenen ze in 1901. Een van de eerste import katten, ‘Dwina’, kwam in handen van Russisch Blauw fokker mevrouw Constance Carew-Cox en werd vermeld in Frances Simpson’s ‘The Book of the Cat'(1903). Deze poes wierp een groot aantal Siamese kittens.
De Korat verscheen voor het eerst in Amerika in de jaren ’50 en kwam vanuit daar in Groot-Brittannië in 1972. Jean Johnson introduceerde de Korat in de VS in 1959. Ze woonde in Thailand, waar ze in aanraking kwam met het ras. Haar eerste paar werd genoemd Nara (mannelijk) en Dara (vrouwelijke).
Hoewel het zeldzaam is, hebben de Korats af en toe opvallende of vage witte aftekeningen of vlekken of zelfs zeer vage grijze strepen. Soms zullen deze plekken in omvang toenemen met de leeftijd. Deze worden gezien als gebreken, en de katten mogen niet worden weergegeven in katten-shows, maar het heeft natuurlijk geen effect op hun persoonlijkheid of gezondheid.

Japanse stompstaartkat

De Japanse stompstaartkat of Japanse bobtail is een kattenras met een zeer korte, bijzondere staart van 10 tot 12 cm. De staart is meestal opgerold tot een stompje van amper 5 cm. Het ras komt zowel in korthaar als langhaar voor en is een oorspronkelijk fenotype van de huiskat zoals die in Japan voorkomt.
In de Japanse kunst komen we deze kat al minstens duizend jaar tegen. Ook op het vasteland van Rusland tot in Indonesië komen katten met een sterk verkorte staart voor. In oude Chinese manuscripten wordt gesproken van katten met ‘een staart in de vorm van een scepter’. De niet-offensieve vervorming van de staart van de bobtail heeft mogelijk niet dezelfde oorsprong of erfelijke basis als de kortstaartige tot staartloze manxkat. Het ras komt in alle mogelijke kleuren en patronen voor. De (altijd vrouwelijke) variëteit zwartschildpad met wit heeft de bijnaam ‘Mi-Ke’ en wordt in Japan als een geluksbrenger beschouwd.

Raskenmerken

Het lichaam is elegant maar gespierd en krachtig. De kat heeft een kop met lange bogen en brede snuit. De ogen hebben een heel hoge rand. Verder heeft de Japanse Stompstaartkat grote oren en komt hij voor in veel kleuren. Qua karakter is het een actieve, zelfstandige kat, enigzins extravert met sterke familiebanden.