Heilige birmaan

De heilige Birmaan (ook wel Birmaan) is een huiskattenras met een licht cremekleurig lichaam en gekleurde points (kop, poten, staart).
De lichaamsbouw houdt het midden tussen een Perzisch en een Siamees type. Birmanen verschillen van overige colourpointkatten door hun witte voeten, ook wel handschoenen genaamd. De vacht is halflang, maar niet zo lang en dik als van een Perzische kat. De vacht klit niet. Een van de opvallendste kenmerken van de Birmaan zijn de blauwe ogen.

De legende

Hoewel de meeste katten wel iets mysterieus hebben zijn er maar weinig rassen die onderdeel zijn van een eigen legende.
In het verre verleden woonden er in het mysterieuze Tibet groepen Kittah-priesters die de god Song-Hyo en de godin Tsun Kyan-Kse aanbaden. Om dit in alle rust te kunnen doen en om hun goden te vereren bouwden ze prachtige tempels die met bladgoud bedekt werden en omringd waren door hoge muren. Deze hoge muren dienden tevens ter bescherming van de in elke tempel aanwezige honderd witte katten. Deze katten speelden een belangrijke rol in de godsdienst van de Kittahs: de priesters die zo puur waren dat hun ziel op aarde niet kon worden gemist lieten na hun dood hun ziel overgaan in zo’n witte kat. In een tempel die gebouwd was op de berg Lugh woonde een priester die Mun-Ha heette en die zo gelovig was dat men beweerde dat de god Song-Ho zelf zijn gouden baard had gevlochten. Mun-Ho wijdde al zijn gedachten aan de dienst van de godin Tsun Kyan-Kse, de heerseres van de zielsverhuizing. De godin bepaalde welke ziel van de Kittah-priesters het werd toegestaan om opnieuw te leven in een heilig dier en zij bepaalde wanneer de ziel van het heilige dier weer overging in een Kittah-priester. De godin had stralende saffierblauwe ogen, de witte kater Sinh die altijd aan de zijde van Mun-Ha zat wanneer hij mediteerde had goudkleurige ogen; een reflectie van de goudkleurige baard van zijn meester.
Op een kwade nacht werd de tempel overvallen door een bende moordzuchtige Phoums uit Siam en werd Mun-Ho vermoord terwijl hij in standvastige aanbidding voor het beeld van de godin geknield zat. Tot op het laatste moment keek hij in de saffieren ogen van de godin en toen gebeurde het wonder van de zielsverhuizing: Sinh sprong op het hoofd van zijn in elkaar gezakte meester en keek strak in de ogen van de godin. Op dat moment veranderde de oogkleur van Sinh in een even stralend blauw als dat van de godin, zijn witte vacht werd donker aan de poten, staart en oren en hij kreeg een donker masker. Zijn vacht kreeg een goudkleurig zweem. Slechts daar waar zijn poten het hoofd van zijn meester raakten bleef de vacht zuiver wit. Eenmaal draaide Sinh zijn kop om in de richting van de grote toegangspoort van de tempel. De Kittahs volgden zijn blik en slaagden erin de zware bronzen toegangsdeur van de tempel te sluiten zodat de tempel verder onheil werd bespaard.
Zeven dagen lang bleef Sinh in de ogen van de godin kijken en at of dronk niet. Na zeven dagen overleed Sinh en nam hij de ziel van Mun-Ha mee naar Tsun Kyan-Kse.
Weer zeven dagen later verzamelden de priesters zich bij het beeld van de godin om te beslissen wie de opvolger van Mun-Ho moest worden. Alle katten van de tempel kwamen ook naar het beeld: ze hadden allemaal dezelfde gedaantewisseling ondergaan als Sinh.
In diepe stilte gingen de katten om de jongste Kittah-priester heen zitten en zo koos de godin de opvolger van Mun-Ho.
Zo is volgens de legende de Heilige Birmaan ontstaan: met de ogen van een godin, met een gouden glans die van zowel de godin als van zijn meester kwam en met donkerbruin als symbool voor de onreinheid van de aarde, de laffe moord op het reine maar met witte voeten als symbool van de zuiverheid van de ziel.

Herkomst

De moderne geschiedenis van de Birmaan is bijna net zo onzeker als de legende. Volgens oudere kattenliteratuur zou een birmanenpaartje vanuit Birma naar Frankrijk zijn verscheept. Het mannetje overleefde de zeereis niet, maar het vrouwtje, Sita genaamd, zou al zwanger zijn geweest en in Frankrijk een nestje kittens ter wereld hebben gebracht.
Vanuit dit nestje is het ras ontstaan in de westerse wereld. Een van de kittens van Sita, Poupee de Madalpour, wordt in 1926 op een show in Parijs geexposeerd door mevrouw Marcelle Adam.
Na de Tweede Wereldoorlog zijn er vrijwel geen Birmanen meer over en het ras moet opnieuw opgebouwd worden. Er is weinig bekend over hoe dit gegaan is, maar vrijwel zeker is dat de colourpoint Perzische langhaar en de Siamees ingekruist zijn. In 1966 wordt het ras in Engeland erkend en in 1967 wordt het ras ook door de Cat Fanciers’ Association (CFA).

De rasstandaard

Lichaam: Middelzwaar en enigszins gestrekt. De benen zijn kort en stevig, voeten zijn rond. De kat moet goed geproportioneerd zijn. Katers moeten steviger gebouwd zijn dan poezen.
Kop: Krachtige schedel met volle, ronde wangen en een enigszins gewelfd voorhoofd. Middellange neus zonder stop. Stevige kin. De oren moeten zo klein mogelijk zijn en enigszins rond. De oren moeten niet te hoog op de schedel geplaatst zijn met enige ruimte ertussen.
Ogen: Diepblauw, bijna rond of enigszins ovaal van vorm.
Vacht: Lange tot halflange vacht al naargelang het gedeelte van het lichaam. Weinig ondervacht, zijdeachtige textuur. De vacht is lang op de rug en de flanken. In het gezicht is de vacht kort en wordt geleidelijk langer op de wangen. Volle halskraag is wenselijk.
Kleur: De Heilige Birmaan heeft op het gezicht, de oren, de poten, de geslachtsdelen en de staart dezelfde aftekening als bijvoorbeeld de Siamees. De voeten zijn echter wit en moeten gelijk zijn en goed contrasteren met de lichaamskleur. De rest van de vacht is licht, de rug is goudbeige bij alle vari�teiten. De kleur van de buik is zeer licht. Het volgende is fout: een puur witte of gekleurde vlek op de borst of de buik. De kleur van de points en de rest van het lichaam is slechts bij volwassen katten volledig ontwikkeld.
Voeten: Het bijzondere van de heilige birmaan zijn de witte voeten, ook wel handschoenen genoemd. Het wit is volkomen zuiver. Het kan ophouden aan de teenwortels of aan het gewricht, waar het niet overheen mag komen. Als het wit van de handschoenen van de voorpoten aan de zijkanten of achterkanten oploopt, is dit een fout. Op de achterpoten moet het wit op de voetzolen uitlopen in een punt of omgekeerde V-vorm, die de helft tot drie vierde deel van de voetzool beslaat. Kortere of langere ‘sporen’ zijn acceptabel, maar het wit mag de hiel niet passeren. Iets langere handschoenen aan de achterpoten wordt getolereerd. Belangrijk is vooral de gelijkmatigheid en de symmetrie van de handschoenen. Het wit is gelijkmatig verdeeld over beide voeten voor, of beide voeten achter, of, wat nog beter is, tussen de poten onderling.
Staart: Van gemiddelde lengte, dun aan de wortel en dicht behaard aan het uiteinde. Knikken en knopen zijn niet toegestaan.
Opmerking: Deze standaard beschrijft, zoals het ook het geval is bij andere rassen, de perfecte uiterlijke eigenschappen. Foutloze katten zijn een uitzondering, maar fouten zijn bij de heilige birmaan snel te herkennen. Vooral onregelmatige handschoenen vallen op. Daarom moeten voor de fok overwegend katten met de grootst mogelijke regelmatigheid van handschoenen worden geselecteerd zonder daarbij echter de overige kenmerken uit het oog te verliezen.
De schoonheid van de Heilige Birmaan is het harmonieuze totaalbeeld en daarop moet hij ook worden gekeurd.
Fouten die een titel uitsluiten:
Witte vlekken in gekleurde gedeelten of andersom. Een witte vlek op de geslachtsdelen. Oplopen van het wit van de handschoenen aan de poten. Afwezigheid van sporen.

Voorkomende kleurvarieteiten

De heilige birmaan komt voor in de volgende kleuren: sealpoint (donkerbruin), chocolatepoint (melkchocoladebruin), bluepoint (blauwgrijs), lilacpoint (licht blauwgrijs), redpoint (rood) en creampoint (lichtrood). In alle kleurvarieteiten kunnen de volgende patronen voorkomen: tabbypoint (gestreept), tortiepoint (schildpad gevlekt) of een combinatie daarvan: tabbytortiepoint.

Havana brown

De Havana Brown is afkomstig uit Thailand. In Thailand leefde de legende dat de bruine katten het kwaad op afstand zouden houden. Ze werden rond 1800 naar Engeland gebracht. De Havana Brown werd voor het eerst tentoongesteld in Engeland in 1890.
Tijdens de Eerste Wereldoorlog en de Tweede Wereldoorlog kwamen de fokprogramma’s van deze raskatten zwaar onder druk te staan. Het was pas na de Tweede Wereldoorlog dat kattenliefhebbers hun fokprogramma opnieuw konden oppakken. In de vroege jaren ’50 begon een groep van Engelse kattenliefhebbers samen te werken om het ras te herstellen in zijn oude glorie. De Havana Brown is de enige kat waarvoor de Kennel Club Pedigree bruine snorharen vereist.
De dames die zich ingespannen hebben zijn onder andere Mrs Armitage Hargreaves van Laurentide Cattery, mevrouw Munroe-Smith van Elmtower Cattery, de barones Von Ullmann van Roofspringer Cattery, mevrouw Elsie Fisher van Praha Cattery, en mevrouw Judd van Crossways Cattery. Deze fokkers produceerden een een kastanje (chocolade) gekleurd kitten door een zwarte korthaar te kruisen met een chocolate point Siamees.
Het ras ontwikkeld in het Verenigd Koninkrijk werd de Chestnut Brown Oosters genoemd en deze kat behield de Siamese bouw. In de Verenigde Staten werd een ander type ontwikkeld met een andere vorm hoofd vorm, deze kat werd de Havana Brown. De Havana Brown wordt niet erkend in Groot-Brittannië in deze vorm.
De Havana Brown is een matig grote, gespierde kortharige kat met een lichaam van gemiddelde lengte, maar ze kunnen soms mollig zijn. De vacht kleur moet bruin zijn, meestal roodbruin, zonder tabby tekening. Snorharen moeten ook bruin zijn en de kleur van de ogen moet groen zijn. Het hoofd moet iets langer zijn dan het breed is en de neus moet een duidelijke stop op de ogen te hebben. Mannetjes zijn over het algemeen groter dan vrouwtjes en zijn gemiddeld in gewicht in vergelijking met andere rassen.
De Havana Brown is een intelligente kat die vaak gebruik maakt van zijn poten om objecten te onderzoeken en om te communiceren met zijn eigenaar. De meest waarschijnlijke verklaring van de naam van het ras is dat de kleur van de vacht zeer vergelijkbaar is met die van Havana sigaren. Sommige hebben echter betoogd dat het ras en de naam is afgeleid van de Havana (konijn), die ook deze kleur draagt.

Het ras is erkend voor het kampioenschap in zowel de VS als Groot-Brittannië sinds de late jaren 1950. De Havana Brown is een bedreigd ras, omdat de fokbasis zeer klein is. In de late jaren 1990 waren er slechts 12 geregistreerde Havana Brown cattery’s en minder dan 130 zuivere katten. De Havana Brown is zeer intelligent en erg aanhankelijk. Wanneer een Havana brown kitten geboren wordt heeft het blauwe ogen, de blauwgroene kleur komt pas later.

German rex

De German Rex is een kattenras dat zijn oorsprong vind in Duitsland. Het is een kat met het type van de Europese korthaarechter met een gekrulde of gegolfde vacht.

Geschiedenis

De allereerste German Rex die we kennen was de blauwe kater Munk. Munk was geboren in 1930 in Köningsberg, Oost Pruisen. Zijn moeder was een tabaksbruine Angora en zijn vader een Blauwe Rus.
De stammoeder van alle huidige German Rexen is de poes Lämmchen. Lämmchen was een zwarte poes uit 1946. Vanaf 1947 zwierf zij rond bij het Hufeland-ziekenhuis in Berlijn, achtergelaten door een verpleegster uit Köningsberg die in het ziekenhuis had gewerkt. In 1951 werd zij opgemerkt door dr. Rose Scheuer-Karpin, die haar in huis opnam. Vanaf de jaren 60 kwam er ook belangstelling vanuit het buitenland voor de Duitse gekrulde katten en een aantal van Lämmchens nakomelingen ging naar Frankrijk en naar de Verenigde Staten. Haar laatste kitten, Cleopatra, werd geboren in 1964.
Met de German Rex is altijd op zeer beperkte schaal gefokt. Dit in tegenstelling tot de Engelse Cornish Rex en Devon Rex waar veel meer mee gefokt is. Eind jaren ’90 van de 20e eeuw was de German Rex bijna uitgestorven. In het jaar 2000 heeft een aantal Duitse kattenfokkers een succesvol fokprogramma opgezet met de laatste exemplaren van dit ras om het ras voor uitsterven te behoeden.
Tegenwoordig wordt dit ras nog steeds door de fokkers uitgekruist omdat het aantal German Rexen nog klein is. Het uitkruisen is noodzakelijk om inteelt te vermijden in dit kleine ras en de gezondheid te waarborgen. Voor het uitkruisen worden voornamelijk Europees Korthaar katten gebruikt. De kittens uit deze kruisingen hebben een normale gladharige vacht, wanneer deze hybriden verpaart worden met een German Rex worden er weer gekrulde kittens geboren.

Nederland

De eerste German Rexen kwamen in 2005 naar Nederland. Er werden in dat jaar twee poezen geïmporteerd vanuit Duitsland. In de daarop volgende jaren kwamen er nog een aantal German Rexen en hybriden en wordt dit ras nu ook in Nederland, zij het op kleine schaal, gefokt. De Nederlandse fokkers hebben zich tot doel gesteld om hier een nieuwe bloedlijn op te bouwen om zo een bijdrage te leveren aan het behoud van dit ras

Vacht en type

De vacht van de German Rex is kort en gekruld of gegolfd. De vacht bestaat uit kroonharen en donsharen waarbij de normale dekharen ontbreken. De vacht voelt extreem zacht aan en dit ras verhaart nauwelijks. Dit is het gevolg van een recessief verervende genetische mutatie. Ook de wimpers en snorharen zijn gekruld. Alle vachtkleuren zijn toegestaan bij de German Rex.
Het type van de German Rex mag op geen enkel gebied extreem zijn. De kat is van gemiddelde grootte. De kopvorm is vrij rond, de neuslijn vertoont een lichte welving en de oren zijn gemiddeld van grootte.

Karakter

De German Rex heeft een erg aanhankelijk en mensgericht karakter. German Rexen zijn zeer verdraagzaam tegenover andere katten, honden en kinderen.

Exotic

De exotic is een kortharige variëteit van de pers.

Herkomst

Ergens in de jaren 70 van de vorige was een aantal fokkers van de Amerikaans korthaar (het Amerikaanse equivalent van de Europees korthaar) van mening dat hun katten wel erg veel op huiskatten leken en dat ze een wat steviger bottenopbouw konden gebruiken. Ook de zilverkleur wilde men beter in de foklijnen krijgen. De kittens die vervolgens gefokt werden waren mooi om te zien, maar ze leken niet echt meer op een Amerikaanse korthaar. Qua type waren ze te stevig en te rond geworden. Ook was er tegenstand vanuit een aantal Amerikaans korthaarfokkers die het niet leuk vonden dat hun authentieke ras gekruist werd met andere kattenrassen. Zij zagen de Amerikaans Korthaar als een natuurlijk boerenkattenras waar geen andere rassen in thuishoorden. In 1966 werd daarom de grootste overkoepelende organisatie op raskattengebied, CFA, gevraagd om deze katten als een nieuw ras te erkennen. Pas later kregen deze katten de naam “exotic shorthair”. Het fokprogramma was gericht op het creëren van een kortharige Pers. Hoewel nog wel af en toe een kortharige kat ingekruist werd, zagen de meeste stambomen er al gauw erg “Perzisch” uit met als enige verschil dat de kat kortharig was. Alhoewel de eerste katten zilverkleurig waren, werden exotics al spoedig gefokt in alle kleurslagen en patrooncombinaties die ook bij de Pers voorkomen. Omdat korthaar dominant vererft over langhaar, was het immers makkelijk om een kleurfactor te “lenen” van een Pers in die kleurslag en dan door te fokken met een kortharig kitten uit zo’n nestje in de gewenste kleurslag.

Fokselectie

Om het ras goed te ontwikkelen tot de kat die men voor ogen had, is er jarenlang geselecteerd op het gewenste gedrongen type en de expressieve korte kopvorm. Ook kostte het tijd voordat de gewenste dikke, goed ingeplante vacht met veel ondervacht gestandaardiseerd was. Een lange vacht verdoezelt makkelijker de kleine foutjes in botopbouw en kopvorm. Bij een korthaar daarentegen is alles meteen zichtbaar, een exotic moet daarom van goede huize komen om een goede beoordeling te halen op een kattententoonstelling. Een brede korte kop en een gedrongen stevig lichaam met forsgebouwde poten is lastig om te fokken. Toch zijn er ook in Nederland vergelijkbare fokprogramma’s gestart en hebben een paar fokkers het korthaar gen geleend van een Brits korthaar en hebben, door steeds terug te kruisen met een Pers, eigen Nederlandse lijnen opgezet. Momenteel is de exotic in Nederland een mix van Amerikaanse en Nederlandse lijnen. Er zijn niet veel exotic-fokkers die zich puur richten op deze variëteit. De meeste mensen fokken ook Perzen en vinden het aardig om ook af en toe kortharige Perzen (wat exotics in wezen zijn) te fokken. In de praktijk is het meestal zo dat men een Exotic met een Pers kruist. Vanwege het dominante gen voor korthaar zal de helft net nest kortharige kittens zijn. Sommige fokkers maken ook wel combinaties tussen twee exotics, maar omdat er nog niet veel dieren en lijnen zijn, is een Pers vaak een betere keuze. Dit komt mede doordat net zoals bij de Pers de fokkerij van de Exotic verschillende kleurrichtingen kent. Er zijn mensen die zich specialiseren in zilver exotics, terwijl anderen zich toeleggen op het perfectioneren van deze korthaar Pers in de meer klassieke kleuren blauw en creme. Weer andere fokkers proberen bijvoorbeeld het colourpointpatroon in de korthaar te fokken. Mede door deze fokpraktijk waarbij men steeds weer teruggrijpt op het “moederras” de Pers, zijn er ook geen aparte rasverenigingen voor de exotic, maar valt deze onder de Perzenclubs.

Uiterlijk

De ideale exotic heeft het voorkomen van een Pers, maar dan met een kortharige vacht. Het is een zeer stevig gebouwd dier met een lieve kopexpressie. De grote ronde ogen staan wijd uiteen in het ronde gezicht en dragen bij aan de rondheid van het totaalbeeld. De dikke, zacht aanvoelende vacht verzacht de lijnen van de kat en accentueert het ronde beeld. De kop is rond en massief met een brede schedel. De botstructuur is rond en de kop staat op een korte brede nek. De neus is kort en kent een geprononceerde stop tussen de ogen. De wangen zijn vol van vorm met brede, krachtige kaken en een goed sluitend gebit. De oren zijn klein en afgerond van vorm. De oren staan wijd uiteen en laag op het hoofd. De ogen zijn stralend van kleur, groot, rond en vol. Ze staan recht in de kop geplant en ver uiteen waardoor de kop een lieve expressie krijgt. Het lichaam is compact en gedrongen, de kat staat laag op de korte, stevige, dikke, rechtstaande poten. De borstkas is breed en diep en de kat heeft brede schouders en een brede ruglijn. De exotic is een gespierd dier en dient niet overvoerd te zijn. De voeten zijn groot, rond en stevig. De staart is kort maar passend bij het lichaam en dicht ingeplant behaard met een afgerond einde. De vacht is dicht ingeplant, stevig maar zacht aanvoelend en weelderig. Hij staat uit van het lichaam doordat de ondervacht bijzonder goed ontwikkeld is.

Karakter

Exotics hebben een rustig, aanhankelijk en lief karakter. In feite is dit hetzelfde karakter wat we ook bij de Pers vinden. Een exotic is een trouwe en loyale huissgenoot. Ze zijn makkelijk in de omgang en niet makkelijk van hun stuk te brengen. Algemeen gesproken zijn ze niet opdringerig maar wel erg aanhankelijk. Een exotic is beleefd en zal op een lieve manier om aandacht vragen door iemand aan te kijken of door zachtjes te miauwen. De meeste exotics vinden het heerlijk om veel geaaid te worden, op schoot te liggen en dicht bij hun eigenaar te zijn. Exotics zijn erg sociale dieren, andere katten en ook honden en kinderen zijn geen probleem. Ze functioneren prima in een gezin waarin meerdere huisdieren aanwezig zijn en zullen niet vaak last hebben van jaloezie of territorium gedrag. Een exotic is niet uitbundig zoals een siamees maar zeker zo aanhankelijk maar dan op een veel ingetogener en bescheidener manier.

Onderhoud

Ondanks dat de Exotic een kortharige kat is, moet de dikke pluche vacht toch regelmatig geborsteld worden. Vooral in de ruiperiodes is aandacht nodig om de dode haren te verwijderen en vervilting van de dicht ingeplante ondervacht te voorkomen. Door de kort gefokte kop zijn deze dieren, net zoals de Pers, gevoeliger voor oog- en neusinfecties omdat de traanbuizen meestal niet correct gevormd of aangelegd zijn. Het goed dagelijks schoonhouden van de ogen met een vochtig watje is dan ook aan te raden. Eigenaren die met hun huisdier een tentoonstelling bezoeken hebben meer onderhoud want zij dienen te voorkomen dat de dikke ondervacht door te intensief borstelen verdwijnt, de kop moet getoiletteerd worden (bijvoorbeeld oorpluimpjes verwijderen) en een aantal dagen voor de tentoonstelling de kat baden. Ook hoort hierbij het beperkt gebruik van toiletteermiddelen als poeder en coat-gloss.

Gezondheid

De erfelijke afwijkingen die we bij de Pers tegenkomen, zien we ook bij de Exotic. Het gaat hier om een erfelijk dominant probleem genaamd cystenieren (PKD). Deze ziekte resulteert in een voortijdig overlijden door nierfalen. In ontwikkelde landen blijkt de kans dat een Exotic PKD heeft tussen de 40 en 50% te liggen. Preventieve fokmaatregelen bestaan uit het maken van een echo of het laten uitvoeren van een DNA-test. Ook komt bij het ras een erfelijke hartafwijking voor waarop fokdieren jaarlijks gescand kunnen worden, hypertrofische cardiomyopathie (HCM). De extreem brachycephale kopvorm kan leiden tot chronische problemen door de soms missende of misvormd aangelegde traanbuizen, niet sluitend gebit en oogontstekingen. Omdat er op een zo plat mogelijk gezicht gefokt wordt zijn ook de neusgaten en inwendige neusgangen klein aangelegd, wat tot benauwdheid leidt. Dit uit zich bijvoorbeeld in de vorm van snuiven en snurken. Dit type katten kan dan ook slecht tegen warm en vochtig weer en een voorste luchtweginfectie als niesziekte leidt sneller tot ernstige complicaties. Naast de erfelijke nierziekte, hartaandoening, traanafvoerproblemen en klachten van benauwdheid komen er ook geboorteproblemen voor wegens de kop die in verhouding tot het bekken relatief groot is.

Europees Korthaar

Herkomst

De europese korthaar komt oorspronkelijk uit Scandinavie. De Europees korthaar kan worden vergeleken met een soort huiskat, welke zich op natuurlijke wijze heeft ontwikkeld zonder onderworpen te zijn aan een speciaal fokprogramma. De term Europees Korthaar wordt in Nederland en België ook wel gebruikt voor huiskatten die niet tot een speciaal ras behoort en welke geen stamboom hebben. Omdat dit zoveel voorkomt wordt het ook wel de huis-, tuin- en keukenkat genoemd. De jonge kittens worden meestal gratis weggegeven onder particulieren.

Uiterlijk

Kop: Vrij grote kop heeft een enigszins ronde vorm met goed ontwikkelde wangen stevige kin, geeft een ronde indruk maar is minder breed dan lang.
Ogen: rond en mogen elke kleur hebben die bij de vachtkleur past.
Oren: middelgroot, goed uit elkaar geplaatst, een enigszins afgeronde punt, rechtopstaand.
Lichaam: Sterk, gespierd maar niet gedrongen. De sterke poten zijn gemiddeld van lengte en de voetjes zijn rond.
Staart: de staart is vrij dik aan de aanzet en loopt taps toe in een afgeronde punt.
Vacht: Kort, dik en glanzend. Ze behoort aaneengesloten te zijn. Een uitstaande vacht is niet juist.
Kleur: Alle kleuren zijn toegestaan.

Karakter

Omdat het ras ontstaan is uit gewone huiskatten die onderling veel verschillen in karakter laten zien, is het karakter van de Europese Korthaar niet in het kort samen te vatten. Alle soorten karakters vinden we terug in dit ras. Er zijn katten die zeer aanhankelijk zijn en graag urenlang op schoot liggen, maar er zijn ook katten die liever buitenshuis op muizenjacht gaan. Tot op zekere hoogte is het karakter erfelijk, u doet er dus goed aan de karakters van beide ouderdieren te bestuderen alvorens u een kitten aanschaft. De meesten katten zijn echter gezond en sterk en hebben een vriendelijk karakter. Met soortgenoten kunnen ze het over het algemeen prima vinden en ook de omgang met honden is goed te noemen. De katten zijn intelligent, speels en de meesten zijn buitengewoon goed in staat uw huis en tuin vrij van muizen te houden.

Verzorging

De vacht van de Europese Korthaar is eenvoudig te verzorgen. Meestal is het voldoende om de vacht ongeveer eens per week met een varkensharenborstel te borstelen of te kammen met een gemiddelde fijne kam. Wanneer de kat in de rui is, kan een rubberen borstel of massagehandschoen nuttig zijn om de dode en losse haren snel en goed uit de vacht te verwijderen, maar het nadeel van dit hulpmiddel is dat u hiermee bij verkeerd gebruik ongewild ook de vacht kunt beschadigen. De oren schoonmaken hoeft enkel wanneer dit nodig lijkt te zijn.

Stamboekvoering

Stamboeken van rasverenigingen staan open voor inschrijving van geschikte stamboomloze katten die voldoen aan de eisen qua stevige bouw, vacht en kopvorm. Indien men registratie wil van een dier dan kan dit na beoordeling op een tentoonstelling door keurmeesters gehonoreerd worden en wordt een eerste generatie registratiekaart afgegeven waarna fokken mogelijk is.

Egyptische Mau

De Egyptische Mau is een kleine tot middelgrote kortharige kat.

Herkomst

Egyptische Mau, wat “Egyptische Kat” betekend, is een oud ras waarvan de voorouders al werden beschermd en vereerd. In oude egyptische tempels komen we al afbeeldingen van dit ras tegen. Al vanaf 1400 voor Christus komen we de egyptische Mau tegen op papyrusrollen en tempelwanden. De katten leefden bij de oude egyptenaren in nederzettingen op de oevers van de Nijl. Het moderne ras Egyptische Mau werd oorspronkelijk gefokt op basis van deze Egytische huiskatten. In de jaren vijftig van de vorige eeuw nam de oorspronkelijke fokster het ras mee naar Noord-Amerika waar deze later erkend werd als een raskat. De kat is in europa nog steeds een zeldzame verschijning. Het ras wordt sinds eind jaren vijftig vooral in Amerika gefokt, oorspronkelijk uit meegenomen huiskatten uit Egypte en het Nabije Oosten. De Russische prinses Natalja Troebetskoj zou in 1953 zo’n kat hebben gezien bij de ambassadeur van Italië in Egypte, die haar toen een kitten gaf als cadeau. In 1955 stelde de prinses haar kat tentoon in Rome. Zij emigreerde in 1956 naar Amerika waar zij met andere fokkers het ras begon te fokken. Momenteel wordt het ras over de gehele wereld gevonden en maar zijn er slechts kleine groepen liefhebbers die het fokken.

Uiterlijk

De Egyptische Mau is een middelgrote, gespierde en kleurrijke kat. Hij heeft een heel sierlijke verschijning en de katten hebben een zwart lijntje rond hun ogen. Ze hebben een gevlekt tabby patroon en komen voor in drie verschillende kleuren: brons, zwart/zilver en smoke. De brons en zwart/zilver katten hebben ook de duidelijkste vlekken (spotjes). Tot de leeftijd van 1,5 jaar mogen ze nog amberkleurige ogen hebben, als ze volwassen zijn krijgt dit ras kruisbes groene ogen.

Karakter

Het zijn heel zelfverzekerde katten, intelligent en heel sociaal. De katten zijn levendig met een aangenaam gemiauw. Het ras is erg aanhankelijk en mensgericht en tot op hoge leeftijd zijn ze nog erg speels.

Verzorging

De Mau heeft niet veel verzorging nodig dankzij hun korte vacht. Een wekelijkse kambeurt is zeker voldoende.

Don Sphinx

De Donskoy of Don Sphinx is een haarloos ras van Russische afkomst. Dit ras begon in 1987 met de ontdekking van een haarloze kat in de Russische stad Rostov aan de Don door kattenfokker Elena Kovaleva. Het ras is niet gerelateerd aan de beter bekende haarloze ras van de kat van de Sphynx, ook bekend als de Canadese haarloze, waarvan het kenmerkende haarloosheid wordt veroorzaakt door een recessief gen, terwijl de haarloosheid bij de Don Sphinx wordt veroorzaakt door een dominant gen.
De Don Sphinx werd voor het eerst officieel erkend door de World Cat Federation (WCF) in 1997, en vervolgens door The International Cat Association (TICA) in 2005. De rasstandaard beschrijft de kat als middelgroot en gespierd, met grote oren, amandelvormige ogen en sierlijke, lange tenen met zwemvliezen. Ze vereisen veel verzorging, ondanks het feit dat ze geen vacht hebben. Teveel baden kan er voor zorgen dat de huid erg vettig wordt.
De Peterbald werd oorspronkelijk ontwikkeld door het kruisen van de Don Sphinx met de Siamees en andere oosterse katten tot een haarloze kat van Oosterse type. Paringen tussen de Don Sphinx en Peterbald zijn tegenwoordig niet langer toegestaan.

Gezondheid

Niet alle verenigingen erkennen de Don Sphinx en er zijn enkele zorgen over de genetische gezondheid van het ras. Sommige mensen vermoeden dat de dominante genetische mutatie welke de haarloosheid in Peterbalds en Donskoys veroorzaakt ook feline ectodermale dysplasie kan veroorzaken in de homozygote vorm, waardoor problemen zoals een slechte gebit en problemen met de moedermelk kunnen ontstaan.

Devon Rex

De Devon Rex is een kattenras dat van oorsprong afkomstig is uit het Engelse Devonshire. Dit ras valt op door zijn bijzondere uiterlijk en de gekrulde vacht.

Geschiedenis

Beryl Cox uit Devonshire las een krantenartikel over de Cornish Rex, de gekrulde katten uit Cornwall. Ook bij haar was er gekruld katertje geboren die zij Kirlee genoemd had. Kirlee was in geboren 1960 uit een normaal behaarde boerderijpoes. Waarschijnlijk was zijn vader de kater met gekrulde vacht. Ze nam contact op met de fokkers van het Cornish Rex katertje, dat op de bij het artikel behorende foto stond. Deze fokker overtuigde Beryl Cox om het krulharige katertje aan hen af te staan om te gebruiken in hun fokprogramma. Dit liep echter uit op een teleurstelling. Kirlee werd gekruist met een aantal hybride en gekrulde Cornish Rex poezen maar er werden alleen gladharige kittens geboren. De rexkatten uit Cornwall en Kirlee bleken uit verschillende genmutaties te zijn ontstaan. Er zijn toen twee verschillende fokprogramma’s opgesteld, de Cornish rex, toen nog gewoon Rex genaamd, werd toen Rex gene 1 genoemd. de Devon Rex kreeg de naam Rex gene 2. Vanwege het geringe aantal katten dat voor de fok van deze rassen beschikbaar was, zijn de afstammelingen van de kruisingen van Kirlee met de Cornish Rex poezen gebruikt voor zowel de fok van de Cornish rex als voor de fok van de Devon rex. Alle Devon Rexen hebben daardoor ook Kallibunker (de stamvader van de Cornish rexen) in hun afstamming zitten. De meeste Cornish rexen hebben ook weer Kirlee als voorvader. Voor de opbouw van het ras zijn deze nakomelingen daarna gekruist met Brits korthaar katten, Burmezen, Perzen en Siamezen. Met deze uitkruisingen werd tevens een breed scala aan kleuren en vachtpatronen toegevoegd aan het ras.

Nederland

In 1969 werden de eerste Devon Rexen geintroduceerd in Nederland. Een Deense fokster bracht ze mee naar de internationale kattenshow in het Beursgebouw in Amsterdam. Een aantal van haar katten werd hier verkocht en bleven daarna in Nederland. Onder deze katten waren ook een aantal Cornish Rexen en de meeste van deze verkochte katten waren van een gemengde Cornish Rex/Devon Rex afstamming. Een aantal van de Nederlanders die de katten hadden gekocht hebben deze gebruikt om mee te gaan fokken. Hiervoor zijn in de daarop volgende jaren ook verschillende Devon Rexen uit Engeland geïmporteerd. In 1979 hebben een aantal Nederlandse fokkers de Rexkatten Club in Felikat opgericht, deze actieve groep van Rexen fokkers en liefhebbers zet zich in om het ras in Nederland te promoten. Vanaf toen zijn de Devon Rexen in Nederland bekender geworden en zijn er steeds meer liefhebbers en fokkers bijgekomen.

Uiterlijk

De vacht van de Devon Rex is zeer kort en gekruld of gegolfd, met vaak weinig beharing op de buik en hals. De gekrulde vacht is het gevolg van een recessief verervende vachtmutatie. Devon Rex katten hebben een slank en gespierd lichaam met een brede borst, lange slanke poten en een lange staart. De kop is breed en wigvormig met grote ovale ogen en grote laaggeplaatste oren. De hals is lang en slank. Alle vachtkleuren zijn toegestaan bij dit ras.

Karakter

Devon rex katten zijn erg mensgericht en hebben dan ook veel aandacht nodig. Juist door deze sterke mensgerichtheid kunnen ze gemakkelijker kunstjes leren (zoals bijvoorbeeld het apporteren van propjes) en hebben ze een intelligent voorkomen. Het zijn erg speelse katten en ze zijn aanhankelijk en hebben een zachtaardig karakter. Devon rexen zijn door hun zachte karakter zeer geschikte gezinskatten en kunnen goed overweg met andere katten, honden en kinderen.

Cornish rex

De Cornish Rex is een kattenras dat is ontstaan in het graafschap Cornwall in Engeland. Het is een kat van het oosterse type met een zachte, gekrulde of gegolfde vacht.

Geschiedenis

De allereerste Cornish Rex werd geboren in 1950 op een boerderij in Bodmin Moor. Serena, een zwartschildpad met witte boerderijpoes, had een nestje kittens gekregen. Een van deze kittens viel op vanwege zijn gekrulde vacht. Dit katertje kreeg de naam Kallibunker. Deze kater zou uiteindelijk de stamvader worden van alle huidige Cornish Rexen. De eigenares vermoedde dat de gekrulde vacht van Kallibunker het resultaat was van een recessief overervende vachtmutatie. Op aanraden van de dierenarts en de geneticus dr. Jude begon zij een fokprogramma met deze kater. Kallibunker dekte toen hij eenmaal volwassen was een aantal keren zijn moeder Serena. In de verschillende nesten zaten steeds zowel gladharige als gekrulde kittens. Dit was het bewijs dat het inderdaad om een recessief verervend gen ging. De nakomelingen van Kallibunker werden vervolgens gebruikt om verder te fokken. Om het ras op te bouwen werden de Cornish Rexen gekruist met andere huiskatten, Brits Kortharen, Siamezen, Oosters Kortharen en Burmezen. Een aantal van deze katten ging naar Amerika en werd daar gekruist met American Shorthair katten en Siamezen.

Type en vacht

De Cornish Rex is een elegante, gespierde kat en heeft lange poten en een lange staart. Ook de kop is vrij lang met grote, rechtopstaande oren. Het Europese type is wat groter en heeft een vollere vacht. De Amerikaanse Cornish Rex is extremer van type, deze is kleiner en fijner gebouwd en heeft grotere oren en een dunnere vacht. De vacht is zeer kort en meer gegolfd dan gekruld en bestaat alleen uit kroonharen en donsharen. De normale langere dekharen ontbreken bij deze kat. De snorharen en wimpers zijn gekruld. Alle vachtkleuren zijn toegestaan bij dit ras.

Karakter

De Cornish Rex heeft een aanhankelijk karakter en is erg mensgericht. Het zijn levendige en intelligente katten, die wel zeer aanwezig zijn in huis. Ze houden er niet van om alleen te zijn. Cornish Rexen zijn zeer verdraagzaam tegenover andere katten, honden en kinderen. Ze zoeken graag een warme plekje in huis of op schoot om te liggen. De katten zijn aanhankelijk, intelligent en levendig. Daarnaast kunnen ze ook bijzonder ondeugend zijn. De Cornish Rex is het gelukkigst als hij een speelmaatje om zich heen heeft.

Chartreux

De Chartreux is een oud Frans kattenras dat wordt gekenmerkt door zijn egaal blauwgrijze kortharige vacht en zijn rustige karakter.

Oorsprong

De Chartreux, ook wel bekend onder de naam Karthuizer, is een van de oudste kattenrassen binnen de Europese raskatten. De eerste beschrijvingen van deze kat dateren uit de zestiende eeuw. Hoewel het fenotype al eeuwen wordt omschreven in boeken en er zelfs een wetenschappelijke naam als ondersoort aan is toegekend, Felis catus carthusenensis, is de gerichte fok pas begonnen in de jaren twintig van de 20e eeuw in het midden en westen van Frankrijk.

Voorliefde voor het uiterlijk

Een effen blauwgrijze kat is een bijzonder aantrekkelijk fenotype. Door het ontbreken van een tabbypatroon met een verdunde zwarte hoofdkleur waardoor er een egaal grijze vacht ontstaat kende dit ras vele liefhebbers in Frankrijk. Lokale grijze huiskatten, in de volksmond al eeuwenlang Chartreux genoemd, werden geregistreerd bij de na 1900 opgerichte kattenorganisatie in Frankrijk. Deze katten werden gekruist met uit Engeland geïmporteerde langharige Perzen. Hierdoor werd het type van de kat sjieker, steviger van bouw, met een rondere kop en grotere gouden ogen. Ook werd de vacht dikker van structuur en zijn de haren dichter ingeplant.

Tweede Wereldoorlog

Door de Tweede Wereldoorlog was het ras bijna uitgestorven. Slechts een handjevol katten die enigszins aan de standaard beantwoordde overleefde de oorlog. Men moest feitelijk van voren af aan beginnen met de fok. Fokkers gingen verder met enkele effen blauwe dieren, vaak zonder stamboom, en kruisten deze opnieuw met blauwe perzen, ditmaal van eigen bodem. Ook geïmporteerde blauwe Brits Kortharen die uit Engeland kwamen werden gekruist, een ras dat toentertijd qua uiterlijk grote gelijkenis vertoonde met de Chartreux. Het ras begon in de jaren vijftig en zestig ook zijn weg te vinden naar andere landen zoals Belgie en Zwitserland. Ook in Nederland kwam de Franse Chartreux terecht maar deze werden hier toen als Brits Korthaar beschouwd en daardoor gekruist met dieren van Engelse afstamming. Hierdoor kwam het echte bestaan als Frans eigen ras in Nederland niet van de grond. Wel raakte de naam Karthuizer ingeburgerd, maar deze beschreef toen eigenlijk enkel de blauwe variëteit van de Brits Korthaar.

Eigen identiteit

Fokkers in Frankrijk en België besloten vanaf de jaren zeventig om niet langer een mengeling te willen van de Franse Chartreux en de Brits Korthaar (die wat boller en ronder was en ook in andere kleurslagen voorkwam). Er werd voor gekozen om enkel met Franse dieren met het eigen type door te fokken. Uiteindelijk leidde dit er toe dat de Chartreux als zelfstandig ras erkend werd door alle grote overkoepelende organisaties. De Chartreux word momenteel enkel raszuiver gefokt en liefhebbers en fokkers zijn te vinden in Frankrijk, België, Zwitserland, Duitsland, Amerika, Canada, Nederland en Italië.

Uiterlijk

De Chartreux is een middelgrote tot grote kat. De kat heeft een grove bouw die wel sierlijk oogt. Ze groeien vrij lang uit en worden pas laat volwassen. Katers zijn groter en forser van bouw dan poezen en bezitten stevige katerwangen. De kop heeft een omgekeerd trapezoïde vorm. De oren zijn middelgroot en vrij hoog geplaatst. Ze hebben een goed ontwikkelde schedel met een vlakke ruimte tussen de oren. De ogen zijn groot en open en mogen niet te rond zijn. De buitenste ooghoek is licht naar boven gericht. De oogkleur is diepgeel tot donker koperkleurig en puur en intensief van kleur. Het lichaam is stevig en gespierd met een brede borstkas en staat op middelhoge gespierde poten met vrij grote stevige voeten. De staart is gemiddeld van lengte, breed aan de aanzet en loopt taps toe in een afgeronde punt. De vacht is dubbel en dik, glanzend met een wollige ondervacht en zacht aanvoelend. Hij staat iets af en ligt niet glad aan en glanst. De kleur is uniform blauw en mag alle variëteiten van blauw vertonen, dus kan bleekblauwgrijs zijn tot diepstaalblauwgrijs. Een lichtere tint wordt geprefereerd. Neusleer en voetzoelen dienen ook blauwgrijs te zijn. De kleur moet egaal doorgekleurd zijn zonder spooktekening of rossige gloed.

Karakter

De Chartreux is een evenwichtige huiskat. Het zijn stabiele gezelschapsdieren die goed samen gaan met andere huisdieren en kinderen. De kat houdt van harmonie en wil graag bij mensen zijn, maar met een rustige gereserveerdheid en enige distantie. De meeste Chartreux beschikken over een zacht stemgeluid en zijn niet erg vocaal ingesteld.

Gezondheid

De Chartreux is een gezond ras met een levensverwachting van ongeveer 15 jaar. Het verdient aanbeveling als men met het ras fokt om fokdieren preventief na te laten kijken op twee bij het ras voorkomende erfelijke op termijn dodelijke problemen, cystenieren (PKD) en hypertrofische cardiomyopathie (HCM) via een echografisch onderzoek en/of DNA-test (voor cystenieren, PKD). Door het relatief zware gewicht van het ras is kan ook Patella luxatie (loszittende knieschijven) voorkomen.